Vannacht gedroomd van een Eenhoorn (jazeker, met een hoofdletter).
Ik liep langs een verlaten strand, ergens. Het zand onder mijn voeten was warm om niet te zeggen heet. De zon stond loodrecht boven me en het licht weerkaatste op het witte zand en verblindde me enigszins.
In de wijde omtrek was niets of niemand te bekennen. Er was slechts het licht golvend water rechts van mij en het strand dat zich naar alle kanten eindeloos leek uit te strekken. Het landschap was vlak. Vlak zonder ook maar enige oneffenheid, geen heuvel, geen kuil, niets.
Toen zag ik in de verte, recht voor mij, een stip snel naderbij komen.
Na enige tijd met samengeknepen ogen in de verte te hebben gestaard, kon ik de contouren van een dier ontdekken. Een kameel, een paard? En het vreemde was dat het dier leek te zweven, ongeveer een halve meter boven het zand.
Als een zonneklep hield ik mijn handen boven mijn ogen en ineens zag ik wat het was. Het was een Eenhoorn! Niet zo’n “My little pony” exemplaar, maar dat indrukwekkende mythische dier. Een hagelwit paard met lange manen, een lange staart en op zijn voorhoofd een spiraalvormige hoorn.
Het kwam recht op me afgalopperen en hoewel de hoeven het zand niet raakte stoof dat toch alle kanten op.
Dit was de droom, op dat moment werd ik wakker.
Ik bleef liggen en dacht een tijdje na over mijn droom en ineens herinnerde ik mij een gedichtenbundel die ik ooit heb gekregen.
Het was in de tijd dat ik de schrijversvakschool volgde dat ik in contact kwam met de dichter Leo van der Zalm.
Een markant figuur die op een woonschip in het centrum van Amsterdam woonde.
Ik ben een aantal keer bij hem thuis geweest en we hadden gesprekken over literatuur en poëzie. Het was toen dat ik de dichtbundel “Eenhoorns Onder Andere” van hem heb gekregen.
Tussen mijn poëzieboeken vond ik het bundeltje.
Er staat een opdracht voorin geschreven:
VERMALEN TOT POEDER IS HET ZEER KOSTBAAR De eenhoorn, ik wist het de eenhoorn in dalen als deze, soms als je niet kijkt geen mekkerend geluid, nee veel mooier het rinkelend lachje van een jampot vol parels terwijl de lucht plots vol tinteling is en ergens een o zo zacht gras fluistert met hoeven
Een gedachte over “Eenhoorns Onder Andere”