je bent gewoon maar doodgegaan
achter het gras
terwijl de herfst voor de deur stond
met deze hand
als een inktvlek
probeerde ik de zon stil te zetten
geen geluid brak meer door
van achter de glazen barrière
volière
van ijs en chroom
waar je witte hand in zweefde
als een meeuw die de kust verlaat
als een berijpte boom
zo hangen vanavond
mijn betraande ogen
in je afscheid
Jan Wolkers, Parijse gedichten
Op 19 oktober is het 10 jaar geleden dat de schrijver die mij aan het lezen heeft gebracht is overleden.
Op die datum komt ook de langverwachte biografie uit, waar ik reikhalzend naar uitkijk.
Ik heb het hier natuurlijk over Jan Wolkers, beeldhouwer, schilder, prozaïst, toneelschrijver, essayist, dichter en jeugdboekenschrijver.
Een van de meest bekende en gelezen schrijvers van het naoorlogse Nederland.
Bij mij thuis werd voeger selectief gelezen.
In de eerste plaats uit de bijbel, waaruit bijna dagelijks werd voorgelezen na de avondmaaltijd.
Verder waren mijn ouders lid van de VCL-boekenclub, waarbij VCL stond voor Verantwoorde Christelijke Lectuur.
Ik herinner me boeken met titels als: “Een zwerver verliefd, Een zwerver verdwaald” geschreven door Arthur van Schendel en de “Tuinfluiter Trilogie” van de vrouwelijke auteur Jos van Maanen Pieters. En natuurlijk ontbrak niet “Sil de strandjutter” van de hand van “Cor Bruijn”.
Er stonden zeker nog wat boeken op de kleine boekenplank van het “Simpla Lux” meubel, maar ik kan me verder geen titels meer voor de geest halen.
Het eerste boek dat ik van Wolkers heb gelezen was de verhalenbundel “Serpentina’s Petticoat”.
Ik zal 14 jaar oud zijn geweest toen ik het boek voor de eerste keer op heimelijke wijze las en het rauwe, niets verbloemende taalgebruik maakte diepe indruk op me. Vooral de gezinsverhoudingen in het boek waren herkenbaar voor mij: de zachtmoedige, alles goedpratende moeder tegenover de strenge kerkgezinde vader dacht ik te herkennen in mijn eigen ouders.
In de daaropvolgende puberteitsjaren ben ik Wolkers blijven volgen en ik verslond zijn boeken. De erotische passages waren voor mij de kers op de taart.
In die tijd was ik vooral geboeid door het boek “Terug naar Oegstgeest”. Niet in de laatste plaats vanwege het zich afzetten door de ik persoon tegen het (Gereformeerde) geloof.
Ook toen ik ouder werd is mijn interesse in zijn verhalen en romans onverminderd groot gebleven.
Veel van zijn boeken heb ik inmiddels meerdere keren gelezen en naar mate ik meer ging begrijpen van literatuur, kregen de boeken een andere lading.
Ook voor de schilder en beeldhouwer Jan Wolkers heb ik grote bewondering.
Hij was een gedreven en geëngageerd beeldend kunstenaar.
De laatste woorden die Jan Wolkers heeft uitgesproken waren: “Zo is het genoeg”.
Deze woorden hadden betrekking op de boterham met bessengelei die hij midden in de nacht wilde eten. Na enkele hapjes had hij genoeg.
Daarna viel hij in een diepe slaap, die twee volle dagen duurde, om nooit meer wakker te worden.
Op 19 oktober om 01:30 uur overlijdt Jan Hendrik Wolkers.
Winterslaap
Als de sneeuw niet meer
Smelten wil,
Een boterham met dubbel jam
De mond niet opent,
een oog kijkt eerder scheel
naar een gebroken ruit-
Dan hangt men lakens voor het raam,
De kille bloedsomloop
Zakt naar de modder,
Er is geen wakker worden aan.
Jan Wolkers
Vind ik leuk:
Like Laden...
Gerelateerd