De nazomer, oudewijvenzomer of sint-michielszomer (soms ook wel als Été Indien of Indian Summer aangeduid) is de periode van eind september tot half november waarin het nog zomerachtig weer kan zijn. Weliswaar daalt in deze tijd van het jaar de gemiddelde middagtemperatuur in De Bilt van ongeveer 20 graden naar 9 graden, maar er zijn ook regelmatig periodes die volledig aan de zomer doen denken.
(bron: WikipediA})
Een nazomerdag zoals vandaag is iets waar bijna iedereen met volle teugen van geniet.
Met de donkere en natte dagen van november en december in het vooruitzicht laaft men zich aan de weldadige warmte van de inmiddels al behoorlijk laagstaande herfstzon.
Hier en daar zag ik zelfs weer korte broeken, rokjes en topjes in het straatbeeld.
Er komt dan een zweem van vriendelijkheid en verdraagzaamheid over de mensen waardoor alles lichter wordt. Men heeft het over “een cadeautje” en de terrassen zijn gevuld al was het hoogzomer.
Nazomerdagen, we kunnen er niet genoeg van krijgen.
Ook in de literatuur en poëzie is het een dankbaar item.
Dit jaar bijvoorbeeld verscheen van Esther Verhoef een roman met de titel Nazomer,
en een boek met dezelfde titel verscheen in 2013 van de hand van Jaap Willems.
Lucebert schreef in 1968 een “pacifistisch” gedicht, eveneens met de titel Nazomer.
nazomer
ik heb in het gras mijn wapens gelegd
en mijn wapens gaan geuren als gras
ik heb in het gras mijn lichaam gelegd
mijn lichaam is geurig als hout bitter en zoet
dit liggen dit nietige luchtige liggen
als een gele foto liggend in het water
glimmend gekruld op de golven
of bij het bos stoffig van lichaam en schaduw
oh grote adem laat de stenen nog niet opstaan
maak nog niet zwaar hun wangen hun ogen
kleiner gebrilder en grijzer
laat ook de minnaars nog liggen en stilte
zwart tussen hun zilveren oren en ach
laat de meisjes hun veertjes nog schikken en glimlachen
(Lucebert)
En verder terug in de tijd, naar 1905, vinden we onderstaand gedicht van Nicolaas Beets.
Een totaal andere lading, maar wel met dezelfde titel.
NAZOMER.
Reeds begint de spin haar rag
Overal te weven;
Korter wordt de zomerdag,
Korter wordt het leven;
Maar in ’t rijp en rijpend graan.
Maar in halm en schooven,
Lacht de goedheid Gods ons aan,
Die wij dankbaar loven.
Die het rozenbed beschouwt,
Wordt geneigd tot treuren;
Maar de boomgaard blinkt van goud,.
En de druiven kleuren.
Ook de roode lijsterbes
Gloeit zoo schoon als immer…
Vogels! volgt mijn wijze les:
Plukt haar nu — of nimmer.
Eerlang hangt de valsche boog
In het vreemde lommer;
’t Late besje lokt uw oog,
En gij ducht geen kommer.
Maar, verborgen voor uw blik,
Door den moord geweven
Gaapt de paardenharen strik
Naar uw schuldloos leven.
Lieve kindren! elk genot
Is aan tijd gebonden;
Smaakt het, met een oog op God,
En ter rechter stonden
Die van geen genoegens weet,
Die hij niet mag rekken,
Zal zich een gedurig leed.
Of den dood verwekken.
Het is maar dat we het weten, “elk genot is aan tijd gebonden”.
Levenshaast is hier op zijn plaats.
Geniet nu het nog kan, want morgen zal alles anders zijn.
Vind ik leuk:
Like Laden...
Gerelateerd