
Vroeger bij ons thuis waren er altijd dieren in huis. Een hond, katten, hamsters, kikkervisjes, konijnen, wandelende takken, steeds kwam er weer wat bij.
Ik was gek op die dieren en was er veel mee bezig. Hele verhalen hield ik tegen ze, over hun eten, hun vacht, hoe ze zich voelden. Je kon het zo gek niet verzinnen of ik besprak het met ze. Antwoord kreeg ik natuurlijk nooit, daar was ik aan gewend. Wel vroeg ik me vaak af of ze mij zouden verstaan, of ze zouden begrijpen wat ik tegen ze zei.
Ook later toen ik ouder was bleef ik tegen dieren spreken. En ik ben daarin niet de enige. Vrienden met katten, honden of ratten, allemaal praten ze met hun dier. Meestal een beetje op de manier waarop men ook tegen baby’s spreekt.
Wat zou het toch mooi zijn, denk ik vaak, wanneer de dieren zouden kunnen terug praten. Of dat overigens voor iedereen altijd even leuk zou zijn betwijfel ik, want als je soms ziet hoe mensen met dieren omgaan, houd je je hart vast wat er dan uit zo’n dierenbekkie zou komen wanneer ze tot spreken in staat zouden zijn.
Ik herinner me een televisieprogramma waarin André van Duin dierenfilmpjes van een menselijke stem en zelfs van menselijke emoties voorzag. Soms was het om te lachen, vaak ook was het te dom voor woorden.
Maar goed, dieren verstaan dus niet woordelijk wat we tegen ze zeggen, ze reageren op de intonatie van een stem. En praten kunnen ze al helemaal niet. Dat is toch de gangbare gedachte.
Nu las ik deze week een uitspraak van Friedrich Nietsche uit Oneigentijdse beschouwingen (1873-1876) waarin deze stelling wordt onderuitgehaald.
Dieren verstaan dus wel degelijk wat er tegen hen wordt gezegd en zijn ook in staat te spreken, volgens Nietsche tenminste. Hij zegt daarover: “De mens vraagt het dier wel eens: waarom vertel je me niet over je geluk en kijk je me alleen maar aan? Het dier wil wel antwoorden en zeggen: dat komt doordat ik altijd meteen vergeet wat ik wilde zeggen – maar toen vergat hij ook dit antwoord alweer en zweeg: zodat de mens zich erover verwonderde.
Aan dit idee moet ik dan toch wel eerst wennen.
Ik moet meteen denken aan de quote;
“if cats could speak, they wouldn’t” (niet geheel zeker over de auteur)
Ondertussen voorziet vriendlief ieder huisdier van ieder een eigen stem (inclusief lachwekkend accent) en persoonlijkheid (want die hadden ze nog niet?..) Gelukkig is het hier niet zo’n beestenboel als dat het in mijn ouderlijk thuis was.. Ik kan over al je huisdier-soorten meepraten en tel d’r nog gerust een stuk of 6 tot 9 soorten bij op (tel kwijt..). Zelfs voor mijn vastberaden vriend zou dat verre van haalbaar zijn. Me verwonderen doe ik vaak. Nietzsche’s uitspraak is daar nu ook reden toe.. Mooi 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Leuk!
Mijn kat praat vaak tegen mij. Helaas begrijp ik hem zelden..😉
LikeGeliked door 1 persoon
Toch snap je wat hij/zij van je wil, denk ik.
LikeGeliked door 2 people
Meestal wel. Er zijn drie mogelijkheden: naar buiten, eten of een knuffel. Van dat laatste ben ik het meest gecharmeerd.
LikeGeliked door 1 persoon
Hahah 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Heerlijk een gesprek met dieren, tijdens het fietsen mekker ik ook altijd naar de geitjes en loei ik even naar de koeien. Die kijken mij dan aan met een blik van …. hoor haar! En toch kan ik het niet laten.
Een prettige afwijking die je moet koesteren, gewoon het kind in jezelf bewaren, dat houdt je jong.
Groet El
LikeGeliked door 1 persoon
Geweldig! Blijf vooral loeien en mekkeren.
LikeLike
Je bent de eenden vergeten 😉
LikeGeliked door 1 persoon
Ja en de salamanders 😉
LikeGeliked door 1 persoon
Bijzonder idee van Nietsche … het heeft wel wat 😊
LikeGeliked door 1 persoon