Voor wie is poëzie? (16)
Azraël De verscholen slaap grijnst vanaf de schimmen om haar heen die de muren bevlekken de druk van de loden deken nog zwaarder maakt dan is daar vanuit het niets een geluid als dat van een schorpioen die over herfstbladeren loopt de schaduwen verliezen hun grijns wanneer de machtige vleugels worden ingeklapt en de zwarte engel aan haar voeteneinde staat hoewel het donker is ziet zij de ogen links lokkend felblauw rechts roepend zachtgroen het oneindige duister van het lichaam golft trilt en trekt aan haar wilskracht de cherub wacht en staat daar een uur een dag of een eeuwigheid … Lees verder Voor wie is poëzie? (16)