Bergetappe


Bergetappe2

Hoe lang ik nu al rijd zonder iets of iemand te zijn tegengekomen weet ik niet precies, maar het is zeker meer dan een uur. De weg die eerst nog uit twee banen bestond, is veranderd in een smalle halfverharde, licht stijgende bergweg. Naar mijn idee had ik al lang bij het dorp moeten aankomen.

Voor de zoveelste keer werp ik een blik op het dashboard van de kleine huurauto en kijk naar de benzinemeter. Ook voor de zoveelste keer zie ik dat het rode wijzertje akelig dicht tegen de afbeelding van een benzinepompje aanstaat. Het wijzertje trilt een beetje alsof het zich voorbereid om het laatste sprongetje nog verder naar links te gaan maken.

De muziek op de radio is overgegaan is een irritant ruisen en piepen en met een druk op de knop maak ik een eind aan het geluid. Nu hoor ik alleen het brommen van de motor en het knerpende geluid van de banden over de halfverharde weg.

De zon, die een tijdje geleden nog uitbundig scheen en door het geopende raampje aan de bestuurderskant mijn gezicht verwarmde, is achter een dik grijs wolkendek verdwenen en vanaf de bergtoppen links van me komt de nevel in golven naar beneden rollen. Ik doe de verlichting aan, maar doof de lampen direct weer omdat ik eens heb gelezen dat je meer brandstof verbruikt als de autolichten branden.

En dan gebeurt het. Een gevoel van lichte paniek komt vanuit mijn maagstreek omhoog en wordt mijn keel in geperst. ‘Stel je niet zo aan,’ zeg ik hardop tegen mezelf. Want wat zou er kunnen gebeuren? In het ergste geval zonder brandstof komen te staan in een onherbergzaam gebied op een smalle weg. Niet fijn, maar toch ook geen ramp? Mezelf met deze gedachten geruststellen lukt niet echt.

Ik stop en zet de motor uit. De plotselinge stilte valt op me als een koude douche en ik ril. Ik open het portier en stap uit. Er is geen enkel geluid hoorbaar, geen vogel, geen krekel, niets. Ik kijk omhoog naar de bergen, maar door de mist is het niet mogelijk meer de toppen te zien. Ik voel me nietig en eenzaam in dit godvergeten landschap. Waarom moest ik ook zo nodig een krant gaan kopen en waarom zo stom geweest om niet eerst ergens te tanken?

Vanaf de passagiersstoel pak ik de wegenkaart en probeer te ontdekken waar ik ongeveer moet zijn. Met mijn vinger volg ik de weg vanaf het vertrekpunt. ‘Hier,’ zeg ik weer hardop en schrik even van mijn eigen stem. Ik tuur op de kaart naar de plek waarvan ik denk dat ik daar ergens moet zijn. Maar als dat zo is dan ben ik het dorpje voorbij gereden en dat kan niet, want dat zou ik hebben gezien. Ik staar nog een tijdje op de kaart, maar word er niet veel wijzer van. Een diepe zucht ontsnapt me. Omkeren is so wie so geen optie, want onmogelijk op deze weg. Dus, doorrijden dan maar en kijken waar het schip strandt.

Langzaam rijd ik verder de slingerende weg omhoog. De afgrond rechts van mij is stijl en tegen de kanten bloeien agaves uitbundig met lange bloemstengels. Wanneer ik de zoveelste bocht naar links maak, zie ik plotseling tegen de berghelling gekleefd het dorp liggen. De kleine witte huizen, de torenspits, het ziet er uit als het paradijs. Alle gevoel van onbehagen valt in een klap van me af.

Ik omklem het stuur iets minder stevig, trap het gaspedaal wat verder in en hoor mezelf een liedje fluiten. Maar de melodie komt me niet bekend voor.

 

Bron afbeeldingen: © Harme van Kamp - Amsterdam

18 gedachtes over “Bergetappe

  1. Wat goed geschreven. En… Heel herkenbaar. Iets dergelijks heb ik meegemaakt twee jaar geleden rond kerst. In de Ardennen verdwaalde ik zonder ontvangst van GPS of telefoon… en dat rond middernacht. Misschien moet ik dat verhaal ook maar eens gaan opschrijven… iets voor de volgende kerstdagen. Of eerder. Ik zie wel.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.