Het was altijd heerlijk spelen in het gebied dat wij “De Geest” noemden. Het maakte deel uit van het tuinbouwgebied achter de duinen bij het dorp Loosduinen waar ik ben opgegroeid. Er was tuinbouw op de koude grond en ook onder glas, het zogenaamde platglas.
Langs de hele lengte van de Kijkduinsestraat, dat was de straat die van het dorp in de richting van het strand Kijkduin liep, lag een kikkerslootje. Het was een smal en enigszins modderig slootje dat diende als afwatering voor de tuinen van De Geest. Op sommige plekken stond lage bebossing. Het was een wereld van kikkervisjes, stekelbaarsjes, salamanders, wormen, kevers en ander zwemmend en kruipend gedierte.
Voor jongens in de leeftijd tussen de 10- en 12 jaar was het een wereld die er om smeekte ontdekt te worden. Een wereld vol geheimzinnige waterwezens. Ik vertoefde daar geregeld met vriendjes. Op weg van en naar school kwamen wij er langs en het slootje was er menigmaal de oorzaak van dat wij nog maar net op tijd het schoolgebouw konden binnenrennen.
Op een van onze strooptochten vonden we langs de kant van het slootje een jutezak. Hij leek daar achteloos neergegooid en lag voor een deel in het water half verscholen onder een bosje. Opgewonden door elkaar heen pratend stonden we naar de zak te kijken en probeerden te raden wat er in zou kunnen zitten. We vonden het spannend en ook wel een beetje eng: zo’n bruine jute zak die daar plotseling lag. Een tijdje hielden we eerbiedig afstand. Erik was de dapperste, stapte naar voren en haalde de zak op het droge.
Voorzichtig trok hij het bruine jute uit elkaar en keek in de zak. Hij slaakte een kreet van verbazing en wij, inmiddels niet meer zo bang, dromden om hem heen. De hand van Erik verdween in de zak en haalde er een tijdschrift uit. Op het omslag stond het woord HELIOS en onder de gele letters de afbeelding van een vrouw die met gestrekte armen een bal in de lucht hield. Maar het meest curieuze voor ons was dat die vrouw volledig naakt was.
Snel bladerde we het boekje door dat vol stond met zwemmende, in de zon liggende en met een bal spelende naakte mensen. Mannen, vrouwen, meisjes en jongens en allemaal waren ze poedelnaakt.
Erik schudde de zak leeg en er vielen nog zeker twintig soortgelijke tijdschriften op de zanderige bodem. Verbaasd keken we van de boekjes naar elkaar en voor een kort moment waren we met stomheid geslagen.
Bron afbeelding: Pinterest
Het kikkerslootje doet me denken aan mijn eigen jeugd, toen we op zoektocht waren naar kikkervisjes “dikkopjes” en salamanders. Maar bij die tijdschriften met al dat naakt, kan ik me ook wel wat bij voorstellen… 😀
Ik ga even verder naar het vervolg… Tot zo 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Leuk dat je het herkent. Bedankt voor het lezen en je leuke reactie
LikeGeliked door 1 persoon
Het juten-zakkenvolk neem ik aan.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik ben benieuwd hoe het verder gaat!
LikeGeliked door 1 persoon
Jij was nog te klein om dit bewust mee te maken. Maar het wordt een drama 😉
LikeLike
De wereld begint soms klein en dan wordt men groot door wat men gevonden heeft.
Aum Shanthi
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi gezegd.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik ben benieuwd naar het vervolg.
LikeLike
Jammer dat jongens van nu dat niet meer zo kunnen ontdekken.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, das een goeie.
LikeLike
Aha, ik ken je nu al wat beter 🙂
Zo kwam je terecht in ‘de echte grote wereld’ …., met dank aan de kikkers.
Nu zouden ze er DOVO bijhalen.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, de grote mensenwereld.
Maar DOVO heb ik even moeten Googelen.
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi geschreven;
Ik kijk al uit naar het vervolg.
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je. Vervolg komt er aan.
LikeGeliked door 1 persoon
Weer mooi verteld Harme. Ik zie het helemaal voor me. Zelfs de prenten met het naakt. 😁
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel. Het was toen iets heel bijzonders.
LikeGeliked door 1 persoon
Voor jongens van die leeftijd, is dat toch wel een hele belevenis hoor!
LikeGeliked door 1 persoon
Dat was het zeker.
LikeLike
En zeker in die tijd
LikeLike