Voor wie is poëzie? (30)

HEILIGSCHENNIS Ik mis je verschrikkelijk nu al terwijl je hier nog naast me ligt mijn adem het ritme volgt van jouw hartslag je oogleden op een kiertje wimpers nog vochtig van je tranen tegen mijn scheenbeen je voet met de roodgelakte teennagels haar als een aureool waar het vergulde ochtendlicht een kus op drukt aarzelend alsof het bang is dit moment te ontheiligen nu al mis ik je verschrikkelijk hoe kan ik ooit nog denken aan slapen wanneer op jouw plaats op deze gewijde plek weldra de leegte naast mij ligt gemis in optima forma want straks ben je dood … Lees verder Voor wie is poëzie? (30)