Voor wie is poëzie? (38)
TEGENWICHT Opengeslagen op de zwarte bladzijden van het geleefde leven ontvouwt het vlakke landschap zich de zware lucht erboven scheurt waardoor ’t oneindig blauw traag in bleke trillende banen omlaag schiet over het slapende land met voren getrokken in argeloze rechtlijnigheid over de kruinen van in sleets herfstkleed uitgedoste bomen die daardoor onverhoeds armzalig kaal doorzichtig bij elkaar staan verlaten vogelnesten zichtbaar als symbool van eindigheid van het bestaan met jou van het bestaan met jou van het bestaan Lees verder Voor wie is poëzie? (38)