Voor wie is poëzie? (40)
LATEN WE HET GEEN LIEFDE NOEMEN Laten we het geen liefde noemen die ene nacht dat we samen waren de uren waarin tijd niet bestond superlatieven niet toereikend zijn dus doe ik er het zwijgen toe zwijg over het vuur dat brandde de woorden die je fluisterde ons zweet dat ‘k proefde op mijn tong je ademhaling die ik luisterde de zilte smaak van je geslacht je harde tepel rustend op mijn wang en langs mijn mond je haren zacht nog met de geurigheid van ozon over je lippen begenadigde lippen zal ik zwijgen als waren ze er niet over … Lees verder Voor wie is poëzie? (40)