Het was behoorlijk druk op de steiger van de NDSM waar de pont richting Centraal station vertrekt. Overduidelijk stonden er veel toeristen tussen de wachtenden waarvan een aantal met de camera van hun smartphone in de aanslag.
Het was niet erg dat ik nog even op de komst van de pont moest wachten, immers de zon scheen uitbundig en er was nauwelijks sprake van enige wind. Mijn jas had ik uitgetrokken en in de krat voorop mijn fiets gelegd.
Naast me kwam een jonge vrouw staan met zo’n plastic reismand voor katten in haar hand. Ik probeerde door de openingen naar binnen te gluren om te kijken wat er in zou zitten, maar door het felle licht dat me omringde kon ik niets onderscheiden in de donkerte van de mand.
‘Er zit niks in hoor’, zei de vrouw toen ze mij in de mand zag turen. ‘Mijn poes gaat voor een paar dagen logeren bij mijn moeder. Ik heb haar net weggebracht.’
Ik knikte, humde wat en vroeg me af waarom ze de reismand niet bij haar moeder had gelaten. Of ze misschien op vakantie ging? vroeg ik.
“Nou nee’, zei ze, ‘dat niet, was het maar waar. Ik word morgen voor een paar dagen opgenomen in het ziekenhuis voor een neurologisch onderzoek. Ik heb waarschijnlijk last van iets van epilepsie.’
Bij het uitspreken van de laatste woorden trilde haar stem.
‘O wat naar voor je. Dat was dus een hele verkeerde vraag van mij’, zei ik. Uit mijn ooghoeken zag ik hoe de pont de steiger naderde.
‘Dat kon u toch niet weten en u praat tenminste met anderen.’
Ze tilde de mand op ooghoogte, keek er in en zei toen: ‘Ik mis haar nu al’.
‘Ja dat snap ik helemaal,’ zei ik. ‘Jammer dat ze niet met je mee kan voor steun en gezelschap.’
Toen ze haar arm met de mand weer had laten zakken, keek ze me aan en zei: ‘Ja dat zou geweldig zijn hè, maar helaas dat kan natuurlijk niet in een ziekenhuis. Stel je eens voor dat iedereen zijn huisdier zou meenemen. Weet u wat? Ik denk dat ik nog even terug loop naar mijn moeder, nog even knuffelen met Olijfje.’
Ze draaide zich resoluut om en liep met de lege mand terug richting Olijfje.
Ik keek haar na en hoewel de zon nog steeds uitbundig scheen en er nog altijd geen zuchtje wind was, liep er een rilling over mijn rug toen ik met de overige passagiers de pont opliep.
Foto genomen in het Noord Brabants Museum te ‘s-Hertogenbosch – 23-05-2018
Whoa gevoelig mens ben je. Mooi! Praten met vreemden kan zo ontzettend leuk zijn dat ik me wel eens afvraag waarom we het niet allemaal doen.
LikeLike
Wat een mooi en aandoenlijk verhaal Harme.
LikeGeliked door 1 persoon
Bedankt Edward.
LikeLike
So vol deernis geskryf, Harme. Jy het ’n manier om gevoelens besonders vas te vat in min woorde. Welgedaan!
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel Dina.
LikeGeliked door 1 persoon
Ontroerend. Zo invoelbaar dit verhaal.
Wat geniet ik van het lezen van jouw dagelijkse ontmoetingen. Het zijn pareltjes.
LikeGeliked door 1 persoon
Wat een compliment. Bedankt.
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi beschreven, echt zoals het gaat tussen mensen.
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je voor je reactie Jeanne.
LikeLike
Mooi geschreven. Je leeft duidelijk mee met de mensen die je ontmoet.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik probeer het zo af en toe.
Dank je wel Suske.
LikeGeliked door 1 persoon
Menselijk contact kan zo mooi zijn in deze soms individualistische wereld.
LikeGeliked door 1 persoon
Een waar woord.
LikeLike
wat gevoelig geschreven Harme, zoveel inlevingsvermogen … het raakt me!
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je Viviane
LikeLike