Zinsbegoocheling


‘Ken je mij eigenlijk wel?’

Wolkjes ontsnapten aan haar mond toen ze die zin uitsprak en ik zag hoe een ijskristal, die zich aan de wimpers van haar linkeroog had gehecht, een fractie van een seconde het licht van de laagstaande zon weerkaatste.

Ik opende mijn mond om te zeggen dat ik haar heel goed kende. Dat ik ieder plekje op haar lichaam blindelings kon aanwijzen en benoemen als bij een landkaart waar de beschrijvingen zijn weggelaten. Maar ik realiseerde me bijtijds dat ze dat natuurlijk niet bedoelde.

‘Tuurlijk ken ik jou’, haastte ik mij te zeggen. De woorden klonken luider dan mijn bedoeling was geweest.

Ze glimlachte een lach die mij bedroeft maakte en veegde met een snel gebaar de ijskristal van haar wimpers.

Even dacht ik de kristal op haar vingertop nog te zien schitteren, maar dat moet zinsbegoocheling zijn geweest.

3 gedachtes over “Zinsbegoocheling

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.