Koffietijd


Mijn dagelijkse boodschappen doe ik in een winkelcentrum bij mij in de buurt. Het is een winkelcentrum van niks, maar de belangrijkste boodschappen kan ik er ruimschoots kopen. Er is ook een filiaal van Albert Heijn, waar een koffiemachine staat waar gratis koffie is te krijgen. De plek rond de koffieautomaat is uitgegroeid tot een ontmoetingsplaats voor mensen uit de buurt. Wanneer ik er langs loop zitten er meestal zo’n 6 personen op krukken aan een hoge tafel en vaak staan er ook wel een paar schootmobielen geparkeerd. Veel van de mensen die er van hun koffie en van elkaars gezelschap genieten zijn “migranten met een niet Nederlandse achtergrond”. Vroeger duiden we ze aan met de term allochtoon, maar dat is door de verkeerdecorrectheidspolitie ooit verboden.

Al een paar keer had ik bij het langslopen de drang kunnen onderdrukken om een bekertje koffie te tappen en op zo’n hoge kruk plaats te nemen, maar op een ochtend vond ik mezelf ineens terug zittend aan die tafel met een bekertje dampende koffie in mijn hand. Het voelde nog een beetje ongemakkelijk en ik knikte naar de mensen om me heen in een poging het ijs te breken. Van ijs breken bleek overigens totaal geen spraken, want niemand leek verbaasd met mijn bezoek aan de koffietafel. Ze gingen door met datgene waarmee ze bezig waren voordat ik er bij kwam zitten. De vanzelfsprekendheid waarmee deze mensen mij in hun midden toelieten was op z’n minst opvallend te noemen.

De man waar ik naast was komen te zitten schoof me een zakje met koekjes toe en knikte me bemoedigend toe. Hij had een wollen mutsje op zijn hoofd en zijn bruine ogen leken bedekt met een grijs waas. De hand waarmee hij het zakje naar me toeschoof was pezig en trilde een beetje.

‘Lekker koekie bij de koffie,’ zei hij lachend.

Of de koekjes ook door de grootgrutter werden verstrekt was mij niet direct duidelijk, maar de smaak van het koekje was perfect.

‘Vrouw gebakken,’ zei de man naast mij weer. Aan zijn gezichtsuitdrukking was te zien dat hij een groot liefhebber was van deze zoetigheden, maar ook van de persoon die ze gefabriceerd had.

Ik zei dat ik ze erg lekker vond en betrapte me er op dat ik plotseling een beetje Jip- en Janneke taal gebruikte. Het schaamrood voelde ik omhoog schieten naar mijn kaken waardoor ik even niet meer kon kauwen.

De man keek trots de kring rond en schoof het zakje naar zijn overbuurvrouw die met een klein hondje op schoot op de kruk tegenover hem zat. Ze was de enige van de vrouwen zonder hoofddoek. Twee koekjes pakte ze uit het zakje, stak er één in zijn geheel in haar mond en hield het andere koekje het hondje voor. Even snuffelde het beestje aan het koekje en likte er met een zuinig tongetje aan, zo te zien meer uit plichtsbesef of om het baasje een plezier te doen dan dat hij het echt lekker vond. Vervolgens draaide het zijn kopje opzij en keek alsof het zojuist iets heel treurigs had meegemaakt. De vrouw keek de man van de koekjes aan, lachte verontschuldigend naar hem en zei in onvervalst Amsterdams: ‘Hij heb totaal geen smaak.’ Vervolgens stak ze het koekje in één keer in haar eigen mond en spoelde het weg met het laatste slokje koffie uit haar bekertje. De koekjes werden doorgeschoven naar de andere koffiedrinkers.

‘Koekies niet gezond voor honden’, zei de man onderwijl heftig nee schuddend met zijn hoofd, maar de vrouw hoorde het niet omdat ze met flemende stem tegen het hondje aan het praten was.

Ik keek de man aan, haalde mijn schouders op en bedankte hem nogmaals voor zijn traktatie. Toen dronk mijn bekertje leeg en ging verder met het afwerken van mijn boodschappenlijstje.

Bron afbeelding; Pexels via WordPress

9 gedachtes over “Koffietijd

  1. Leuk geschreven. Bij ‘mijn’ Albert Heijn zitten ook heel wat mensen aan de koffietafel. Best een gezellig boel daar en ze wisselen elkaar altijd welwillend af, al begin ik zo langzamerhand ook wel mensen te herkennen die er vaker zitten.

    Like

  2. Hier heb ik ook zulke mensen die me als gesprekspartner of kennis beschouwen. Dit komt natuurlijk door mijn werk aan het station. Daar lopen vele nationaliteiten rond.
    Mooi geschreven Harme.

    Like

  3. Ik vergeet nooit wat die jongens van migrantenouders me op de tram in Merksem zeiden, in onvervalst Antwerps: “Gij praat tenminste met ons mevrouw.”
    Allemaal wat meer met elkaar praten (en wat beter luisteren), het zou veel helpen.

    Like

  4. Wat fijn dat je er weer bent Harme, ik begon me al zorgen te maken. Zo te lezen waren ook de buurtbewoners blij dat je er was. Een mooi verhaal.
    Mijn katten zie ik ook graag, maar als ze aan mijn eten likken, hoe klein hun likje ook is, dan moet ik het toch niet meer hebben…

    Like

  5. Ahhhh wat leuk om te lezen dit!!! Zo leuk dat je er als Nederlander ‘gewoon’ bij ging zitten en dat ze je zo goed opnamen in de groep 🥰 en heel fijn geschreven, ik had je blogposts gemist!

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.