Ineens verscheen ze tussen mijn whatsappjes. Volkomen onverwacht. Na al die jaren. Ze zou binnenkort voor haar werk een paar dagen in het land zijn, in de stad zelfs. Ik wist niet direct wat ik moest doen, antwoorden of niet, of misschien nog niet. Die avond bekeek ik foto’s van haar, van ons. Ze zaten in een schoenendoos samen met een stapel brieven waaromheen een zwart lint. Waarom bewaart een mens dat soort zaken eigenlijk, dacht ik en nam me voor de hele zaak binnenkort weg te doen.
Toen ik op de afgesproken plek aankwam zag ik haar staan. Nog mooier dan in mijn herinnering. Ik verzamelde alle moed die ik op dat moment voorhanden had en stapte op haar af. Stijfjes stak ik mijn hand naar haar uit, zij lachte, zei dat ik normaal moest doen en sloot me in haar armen. Haar geur was anders dan in mijn geheugen, ze voelde magerder ook.
Na de koffie en een wandeling door de stad, lunchten we samen. Ze hield me haar telefoon voor en liet me een foto zien van haar kinderen. Twee dochters, twee prachtige klonen van haar. Ik liet een foto van mijn hond zien. Ook lief, toch? We haalden herinneringen op, pijnlijk soms, maar vaak ook warm en vol zoete gebeurtenissen. We voelden weer de energie die er toen was geweest en proostten met onze glazen die steeds maar vol fonkelende wijn bleven, hoe we ook dronken.
Aan het eind van de middag liepen we door de invallende schemer hand in hand zwijgend naar haar hotel, vergezeld van onze eigen gedachten en gevoelens. Bij de ingang van het hotel kusten we elkaar, zeiden dat het fijn was elkaar nog eens gezien te hebben en verlangden naar dat wat we wilden, maar niet deden.
Bron afbeelding: Pexels via WordPress
Wat fijn dat het toch vlot verlopen is.
Is altijd spannend als je elkaar een tijdje niet gezien hebt.
LikeGeliked door 1 persoon