Krentenbollen


Het was alsof ik in de wolken liep en dit keer niet alleen met mijn hoofd. Het regende niet echt, maar door de harde wind werd er steeds een vlaag minuscule druppeltjes in mijn gezicht geblazen en werd ik bovendien behoorlijk nat. Ik moest denken aan de aerosolen waarover tegenwoordig zoveel is te doen, maar ging er voor het gemak maar van uit dat het SARS-CoV-2 virus in deze druppeltjes niet aanwezig zou zijn, immers er was in de wijde omtrek geen levend wezen te bekennen. Ondanks alle nattigheid stapte ik dapper door en probeerde de voordelen die deze wandeling mij zouden opleveren te blijven zien.

Toen ik weer wat dichter bij de bebouwde kom kwam, zag ik op een groot grasveld een jong meisje staan met aan een lange riem twee zwarte labradors. De honden snuffelden in het gras alsof hun leven ervan afhing, de staarten fier rechtop. Het meisje stond er wat verloren bij en keek af en toe op haar telefoon die ze steeds aan de mouw van haar jas droogwreef voordat ze het apparaat weer wegstopte in haar jaszak.

Alsof er een voor mij onhoorbaar commando had geklonken, namen beide honden precies op hetzelfde moment de voor die beesten zo karakteristieke poephouding aan. Van de harde wind en de nattigheid waren ze zo te zien niet erg onder de indruk. Op het moment dat de beesten klaar waren met hun behoefte, was ik het meisje op ongeveer tien meter genaderd. Ik zag hoe ze schichtig om zich heen keek en aanstalten maakte om weg te lopen, totdat ze mij in het vizier kreeg. Met een hulpeloze blik keek ze mij aan en bleef staan waar ze stond tot ik haar tot op de bekende anderhalve meter was genaderd, toen zei ze: “Shit, de zakjes vergeten, zo stom.”

Ik keek naar de plek waar de honden hun behoeften hadden gedaan en begreep direct dat daar niet iets lag dat gemakkelijk over het hoofd kon worden gezien. Dit vereiste zeker enige opruimactie. Ondertussen bleef het meisje mij aankijken met een blik alsof ze van mij goedkeuring verwachtte om alles maar te laten zoals het was en beiden onze eigen weg te gaan. Nogmaals zei ze dat ze de zakjes was vergeten en ze vroeg of ik er misschien een bij me had.

In eerste instantie antwoordde ik ontkennend en zei dat ik geen hondenbezitter was en dus ook geen poepzakjes bij me had, totdat het plasticzakje met de twee krentenbollen mij te binnen schoot. Ik diepte het op vanuit mijn jaszak, haalde de krentenbollen eruit en gaf het zakje aan het meisje. Haar gezicht klaarde zienderogen op en de zorgelijk hulpeloze uitdrukking maakte plaats voor een mooie glimlach.

“Wilt u misschien even de honden vasthouden, dan ruim ik het even op,” zei ze terwijl ze de riem in mijn krentenbolvrije hand legde. De klus was wonderlijk snel geklaard en met nog een beetje een vieze uitdrukking op haar gezicht nam ze de riem weer van mij over. “Vet bedankt meneer,” zei ze en keek naar de hand met de krentenbollen. Ik vroeg of ze er misschien een wilde en ze knikte heftig met haar hoofd. “Ja, lekker hoor krentenbollen,” zei ze, pakte de bol van mij aan en zette gretig haar tanden erin zoals je wel eens in speelfilms ziet gebeuren bij mensen die lang niet te eten hebben gehad en heel erge honger hebben. Bij mij komen die beelden meestal wat geforceerd over, maar ik heb dan ook nooit echt honger gehad.

Met volle mond bedankte ze me nogmaals en wenste me nog een fijne dag. Toen riep ze iets tegen de honden dat ik niet begreep, maar de honden zeker wel en liep in de richting van de eengezinswoningen verderop aan de andere kant van het grasveld. Even keek ik haar na, nam een hap van mijn krentenbol en vervolgde mijn weg.

Bron afbeelding: Pexels via WordPress