Lofzang op Aafje Heynis


Een warme zomeravond op een donderdag in een tijd waarin Corona alleen nog een biermerk was. De terrassen zaten vol met rumoerig pratende en lachende en veelal drinkende mensen die al een voorschot namen op het komende weekeinde. Ik wandelde op mijn gemak over de grachten en genoot van de schoonheid van de stad en van al die luchtig geklede mensen.

Toen ik het geroezemoes en al dat volk zat was, liep ik weg van de grachten en kwam terecht in een smal straatje dat er uit zag als een botanische tuin. Aan weerskanten van de weg groeiden en bloeiden tegen de woninggevels de mooiste planten en struiken.

Bij een van de huizen zat tussen het groen op een bank een oudere man met halflang grijs haar en een eveneens grijze baard en toen ik dichterbij kwam hoorde ik muziekklanken vanuit het openstaande raam achter hem. Een altstem zong Bist du bei mir van J.S. Bach.

Ik ging iets langzamer lopen en luisterde naar het gezang dat rechtstreeks vanuit de hemel leek te komen. De man die zag dat ik luisterde zei tegen mij: ‘Aafje Heynis, de grootste Nederlandse alt zingt een aria van de grootste componist ooit.’ Hij glimlachte naar me en nodigde mij met een gebaar uit naast hem te komen zitten. Vervolgens concentreerde hij zich weer op de muziek.

Een tijd zaten we daar, zwijgend en luisterend naar de aria’s. Toen na het Erbarme Dich de muziek stopte, stond ik op en bedankte de man voor de goddelijke muziek en de gastvrijheid. Hij keek me aan, knikte glimlachend naar me en in zijn grijze ogen ontwaarde ik een oneindige warmte die ik voelde tot diep in mijn binnenste.

Nog vaak kuister ik de muziek van Aafje Heynis en nog altijd denk ik dan terug aan dat verheven moment daar in die groene straat.

Bron afbeelding: WikipediA