De kast (deel 2)


Voor deel 1 klik hier.

Het was een boek. Een boek met de titel: Man en Vrouw, voor- en in het huwelijk. Toen ik het opende las ik op de eerste bladzijde, geschreven in grote krulletters, de woorden: “Ter gelegenheid van uwen verloving. Van uw liefhebbende ouders”.

Met kloppend hart liet ik de bladzijden knisterend langs mijn duim glijden. Ik zag hoofdstukken voorbij komen met titels als: De voorbereiding tot het huwelijk (puberteit en jeugdverliefdheid), Het sexuele verkeer in het huwelijk en Huwelijk en sexuele nood, en ik begreep dat dit boek antwoord zou kunnen geven op de vragen die ik had, maar aan niemand durfde stellen.

Zo lang als mogelijk was zat ik in de kast en liet mijn ogen gretig over de bladzijden gaan. Ik las over de puberteit “waarin de knaap uitgroeit tot man” en “de borstklieren bij het meisje sterk in omvang toenemen”. Over “…het wijd verbreide kwaad van de masturbatie of zelfbevlekking”. Ik las woorden als lustgevoelens, zaaduitstorting, geslachtgemeenschap, schaamlippen, maagdenvlies, en het duizelde me.

Daar in die kast begon het me langzaam te dagen en vielen de puzzelstukjes op zijn plaats. Vertwijfeld vroeg ik me af of het mogelijk was dat de opmerkingen en gebaren die op het schoolplein werden gebezigd in praktijk werden gebracht door volwassenen en dan zelfs ook nog door mijn ouders. Vanaf dat moment leerde ik begrijpen ik dat niets is wat het lijkt.

Toen het tijd was om te stoppen met lezen heb ik het boek teruggelegd tussen de lakens en de kast zorgvuldig afgesloten. Ik vroeg me af of mijn zus van dit boek en de inhoud ervan afwist en zo ja, waarom ze er nooit iets tegen mij over had gezegd. Bij die ene keer lezen is het overigens gebleven. De kast zat daarna weer zoals altijd op slot en de sleutel, waarnaar ik naarstig heb gezocht, heb ik niet kunnen vinden.

Waar het betreffende boek is gebleven weet ik niet, maar ik heb een tweedehands exemplaar gevonden via internet. Als ik er nu in lees, duizelt het me opnieuw, maar om een heel andere reden. Ik word me er weer bewust van in welk benauwend gereformeerd keurslijf mijn ouders hebben moeten leven met betrekking tot liefde en seksualiteit, zeker in hun verlovingstijd en het begin van hun huwelijk.